Reflecties op mijn CNA fellowship
Stel je een zeventiende-eeuwse, Vlaamse kunstenaar voor, zittend voor diens ezel en klaar om te starten met schilderen. Wellicht heb je wel eens zo’n afbeelding gezien: een schilderij als Rembrandt’s Schilder in zijn studio is daar een goed voorbeeld van. Maar stel je nu eens voor dat de schilder een vrouw is. Heb je ooit een vroegmodern schilderij gezien van een vrouwelijke schilder aan het werk?
Een fantastisch voorbeeld van zo’n werk van een vrouwelijke schilder aan het werk is het Zelfportret van Michaelina Wautier(c. 1614 – 1689). Niet lang geleden, organiseerde het Museum of Fine Arts Boston een tentoonstelling samen met studenten van Brown University over deze Vlaamse kunstenares. In deze tentoonstelling werd Wautier’s Zelfportret direct naast haar prachtige serie De Vijf Zintuigen getoond. Deze tentoonstelling was de eerste ooit gewijd aan Wautier en haar werk in Amerika, en was het perfecte moment om ook haar schildertechniek en artistieke praktijk te onderzoeken. Mijn fellowship startte toen de tentoonstelling ten einde liep, in de herfst van 2023. De schilderijen werden van de muur gehaald en waren beschikbaar voor technisch onderzoek in het restauratieatelier van het MFA. Ik kon zes maanden met deze 6 schilderijen doorbrengen, ze bestuderen met verschillende (analytische) technieken, om een beter inzicht te krijgen in Wautier als kunstenares.
In haar Zelfportret, zien we Wautier in een ruimte binnenshuis. De ruimte is verder ongedefinieerd. Ze zit op een rode, leren stoel, voor haar ezel waarop een doek is geplaatst. In haar handen houdt Wautier een palet en verschillende penselen; met één penseel heeft ze verf van haar palet opgepakt en maakt ze aanstalten om te beginnen schilderen. Op haar ezel zien we haar ‘mahlstick’, een hulpmiddel dat veel schilders gebruikten om hun hand op te laten rusten wanneer ze verf aanbrachten op het doek. Op het doek in het Zelfportret, zien we de contouren van een geschilderde schets: Wautier heeft net de compositie bepaald en is klaar om de eerste kleuren aan te brengen.
Het Zelfportret lijkt moeiteloos te zijn geschilderd, maar wanneer we goed naar het schilderij kijken, zien we dat Wautier wellicht weken of maanden heeft gewerkt aan dit doek. Dit is met name zichtbaar in het detail van de ‘mahlstick’: deze stok was aanvankelijk niet gepland, maar werd later in het schilderproces toegevoegd, en over het roze lint van het horloge geschilderd. De roze verf van het lint is nog steeds zichtbaar onder de zwarte verf van de mahlstick. De roze verf was waarschijnlijk al helemaal opgedroogd toen de mahlstick werd toegevoegd, wat doet vermoeden dat al enkele weken tot maanden voorbij zijn gegaan voordat Wautier deze toevoeging aan de compositie deed.
De toevoeging van de mahlstick is niet het enige bewijs dat Wautier het schilderij niet in één keer voltooide: wanneer we naar een detail van de röntgenopname kijken, zien we dat Wautier nogal wat tijd spendeerde aan het schilderen van haar eigen gezicht. De manier waarop de verf hier is aangebracht, verraadt dat ze hier voorzichtig, nauwgezet en met wat moeite te werk ging. De verf is hier veel dikker aangebracht dan in andere zones van het schilderij. Wautier herwerkte haar gezicht ook continue, nat-in-nat. Dit suggereert dat ze misschien wat moeite had om haar eigen gezicht te schilderen, zodanig dat ze er zelf tevreden mee was. Niet gek: ook vandaag de dag nemen we meestal meerdere foto’s voordat we tevreden zijn met onze selfie.
Wautier bestudeerde haar gezicht zorgvuldig voordat ze begon aan haar Zelfportret. Dit is te zien aan de manier waarop ze haar twee moedervlekken afbeeldde. In de röntgenopname zien we dat beide moedervlekken donkere vlekken zijn, wat suggereert dat hier geen verf in huidskleur (rijk in loodwit) aanwezig is. Wautier liet de moedervlekken open, of in reserve, toen ze begon met het schilderen van haar gezicht. Ze wist al vanaf het begin van het schilderproces dat ze de moedervlekken op deze plek moest toevoegen en schilderde de huidstinten van haar gezicht voorzichtig om deze plekjes heen. Als laatste stipte ze de moedervlekken aan met een klein beetje roodbruine verf. Deze bijzondere schildertechniek kon Wautier alleen toepassen nadat ze haar eigen gezicht goed had bestudeerd. En misschien wel belangrijker: ze vond haar moedervlekken karakteristiek voor haar eigen voorkomen. Het zou niet haar gezicht zijn zonder deze moedervlekjes.
Door historische omstandigheden hebben we vaak weinig tot geen bronnen van vrouwelijke schilders. Het goed bestuderen van een zelfportret van een van deze exceptionele vrouwen kan helpen om meer over hen te weten te komen. We kunnen leren hoe zij zo’n zelfportret schilderde (qua schildertechniek), maar ook wat zij belangrijk vonden in zo’n zelfportret. Wautier laat in haar Zelfportret een geidealiseerde versie van zichzelf zien – zoals wij ook in onze Instagram posts doen – maar we krijgen ook een idee van hoe zij zichzelf naar de buitenwereld wilde presenteren. Ze werkte enkele weken, zo niet maanden aan dit schilderij, maar vanaf het allereerste begin van het schilderproces wist zij dat ze koste wat kost haar karakteristieke moedervlekken zou toevoegen.
Deze blogpost werd geschreven als reflectie op mijn tijd als fellow bij het Center for Netherlandish Art. In 2023-2024 was ik de Flanders State of the Art Postdoctoral Research Fellow bij het CNA. Deze fellowship werd gesponsord door de Vlaamse Overheid. De oprichters van het CNA zijn Rose-Marie en Eijk van Otterloo en Susan en Matthew Weatherbie.